Thuisonderwijs
 
(Advertentie)
(Advertentie)

De rekenopdrachten van week 1 waren:

Meet je huis op door de stappen die je zet te tellen. Hoeveel stappen lang/breed is je woonkamer? En je slaapkamer? Wat gebeurt er als je vader/moeder de stappen zet?

Bouw een huis met verdiepingen, ramen en een schuur

Hieronder kunnen jullie een afbeelding van een huis bekijken. Probeer daarna zelf een zo compleet mogelijk huis te bouwen van Lego, Duplo of blokken. Bouw een huis met deuren, ramen, meerdere verdiepingen en een schuur.

Benodigde materialen:

  • Lego, duplo of blokken
(Advertentie)
Bouw een huis met verdiepingen, ramen en een schuur

Nadat je met de pasta de bewegingsopdracht hebt gedaan, kun je er een ketting van maken. Kleur hiervoor eerst de pasta met verf of een stift in drie verschillende kleuren. Daarna kun je een ketting gaan rijgen. Probeer een patroon te maken en deze steeds te herhalen. Dit is namelijk één van de doelen van deze opdracht. Veel succes!

Benodigde materialen:

  • rijgbare pasta (dus pasta met een gat erin, geen spaghetti o.i.d.)

Meester Dennis vertelt jullie over even en oneven huisnummers. Welk nummer heeft jouw huis?

 

Kun je zelf ook al in sprongen tellen?
2-4-6-8-10-12 of 1-3-5-7-9-11

(Advertentie)

Kijk eens goed naar de muren bij je thuis. Hoe zijn de bakstenen gestapeld? Als je een halfsteensmuur bouwt, dan is de muur veel steviger!

 

Een halfsteensmuur wordt nog sterker als je een hoek bouwt. Juf Keelin laat zien hoe dit gaat.

(Advertentie)

Thuis heb je geen bakstenen of cement om mee te bouwen, maar gelukkig kun je met dekens en kussen een heel mooie hut bouwen. Sturen jullie ons de foto's en video's van jullie bouwwerken?

In dit filmpje kunnen de kinderen meedoen met oefeningen voor de kleine motoriek. Je hebt scheerschuim, en autootje en tafel of dienblad nodig. 

Alle oefeningen worden gedaan met twee wijsvingers. Belangrijk is dat de bewegingen  van binnen naar buiten gaan. De kinderen trainen op die manier de samenwerking van hun hersenhelften. Dit is belangrijk voor het leren schrijven in groep 3.

De taalopdrachten van week 1 waren:

Hierboven zie je een praatplaat. Praat samen met je kind over de afbeelding. Hieronder staan enkele vragen.

Basisvragen
Wijs de slaapkamer aan.
Wijs de badkamer aan.

Hoe heet de ruimte waar je kookt?
Hoeveel verdiepingen heeft het huis?

Noem vijf dingen die in de woonkamer staan.
Noem vijf rode dingen in het huis.

Extra vragen
Hoeveel ramen denk jij dat dit huis nodig heeft?
Noem twee dingen die je nooit in een huis zult vinden.
Ra, ra, wat is dit? Het is rood, zacht en hangt aan een haakje aan de muur.

Hierboven zie je een praatplaat. Praat samen met je kind over de afbeelding. Hieronder staan enkele vragen.

 

Basisvragen

Hoe heet deze kamer?

Welke dingen zie je allemaal?

Wat is mama aan het doen?

Wat is papa aan het doen?

Hoeveel kinderen zitten er in bad?

Wat gebeurt er als je zeep in je ogen krijgt?

Zijn er genoeg tandenborstels voor iedereen?

Waarmee droog je je af als je uit bad komt?

Waarom zitten er tegels tegen de muur?

Waar gaat het water uit het bad naartoe?

Heb je thuis een bad of een douche of allebei?

Wat gebruik je als je in bad gaat of onder de douche?

Hoe vaak ga jij onder de douche en/of in bad?

Hoe kun je zien of er warm of koud water uit de kraan komt?

Waarom zouden ze dat erop zetten?

Heb jij thuis ook zo'n kraan of heb je een 'mengkraan'?

Welke patronen zie je op de kleren in de wasmand (stippen, streepjes, ruitjes)?

Hoe noem je het als een trui geen patroon heeft (effen)?

Hoe noem je dat deel van de wc waar je op gaat zitten?

Waarom heeft een wc een deksel?

Wat hangt er boven de wastafel?

Waar heb je die spiegel voor nodig?

Wat gebeurt er met de spiegel of de bril van papa als je in bad zit?

Waar komt het schuim in het bad vandaan?

Hoe wasten mensen zich vroeger?

Wat doe je met de handdoek nadat je je hebt afgedroogd en waarom doe je dat?

Juf Maria leest voor: Kasper de timmerman

Nadat je hebt geluisterd naar juf Maria die het boek voorleest, kun je de woorden oefenen met dit spel. Succes!

Klik op het plaatje voor het spel!

Klik op het plaatje voor het spel

Klik op het plaatje voor het spel

Hoor jij de eerste klank van het woord?

Wij leren de kleuters in groep 1-2 al wat letters. Belangrijk op de kleuterleeftijd is dat de kinderen de lettterklank kunnen horen in een woord. Wij noemen dit auditieve analyse. Iedere dag doen we met de kinderen oefeningen om deze auditieve functies verder te ontwikkelen. Kijk goed naar meester Dennis in het filmpje en probeer het met je kind na te doen. Belangrijk om te weten: wij spreken de letterklank niet uit zoals bij het opzeggen van het A, B, C maar we spreken de letterklank uit zoals je het hoort in het woord, dus bv. de b als 'buh'.

Hoor jij de eerste klank van het woord?

Wij leren de kinderen nieuwe woorden op een gestructureerde manier. Deze methode heet Met Woorden in de Weer. Een belangrijk onderdeel van deze theorie is dat je de nieuwe woorden én hun betekenis veel herhaalt. In dit filmpje zie je meester Ruben dit doen. 

Bekijk eerst het schooltv filmpje en daarna de instructie van Meester Ruben. Begin op 10:41 te kijken met het filmpje

Woordkast: in evenwicht en uit evenwicht
Woordkast: het gewicht en het contragewicht

Klik op het plaatje om de PowerPoint te starten. Het boek wordt voorgelezen.

(Advertentie)
(Advertentie)

De bewegingsopdrachten van week 1 waren:

 

Om de kinderen met opponeren te laten oefenen, hebben we een spelletje met huis-, tuin- en keukenmateriaal bedacht. Juf Tonkie legt uit en Meester Ruben doet voor. Wie kan de meeste pasta oppakken in 1 minuut?

 

Benodigde materialen:

  • pasta
  • een bakje
  • een stopwatch/telefoon

Probeer de ballon zo vaak mogelijk hoog te houden. Dit kan met je handen, maar ook met je voeten. Wie kan de ballon het vaakst hooghouden? Maak een filmpje en mail het ons!

 

Benodigde materialen: 

  • een ballon

Instructievideo voor touwtjespringen. Probeer zo vaak mogelijk touwtje te springen. Het kan ook zonder touw.

 

Benodigde materialen:

  • een springtouw

Probeer de fles om te gooien door te rollen of te schieten. Je mag ook meer flessen gebruiken.

 

Benodigde materialen: 

  • frisdrankfles
  • een bal

Speel thuis ook het welbekende spel de vloer is lava.

Heb je thuis een trampoline, dan kun je als bewegingsopdracht ook trampoline gaan springen.

Teken met krijt een hinkelbaan op de stoep en vul een oude sok met zand. Daarna kun je gaan hinkelen.
Eerst gooi je de sok op nummer 1. Je hinkelt op de hinkelbaan, maar je mag dus niet op vak nummer 1 staan. Daarna gooi je de sok op nummer 2 en zo ga je verder.
De kinderen leren zo dus hinkelen (bewegen) en tellen (rekenen). Vraag je kind steeds: Wat komt er na de...?

Juf Keelin en Meester Ruben dansen op het liedje: Dirk Scheele: ik loop. Doe je mee?