De rekenopdrachten van week 2 waren:

Juf Maria laat in het filmpje zien hoe het dobbelsteen-spel gaat. Speel je mee? Je hebt nodig: een dobbelsteen, pen & papier. Stuur je ons een foto van de winnaar?

Meten met gereedschap: 

1. Zoek 3 spijkers en leg ze op een rijtje van kort naar lang.
2. Zoek 3 schroefjes en leg ze op een rij van lang naar kort.
3. Zoek 3 kwasten en leg ze neer van breed naar smal.
4. Zoek 3 stukjes schuurpapier en leg ze neer van klein naar groot. 

Meten met allerlei materiaal in het huis en daarbuiten:

1. Leg de takjes neer van kort naar lang.
2. Leg kleurpotloden neer van kort naar lang.
3. Zoek stenen op en leg ze neer van klein naar groot.
4. Doe dit ook met fruit: druifje, mandarijn, sinaasappel, grapefruit van klein naar groot.
5. Met papier: knip stroken en leg ze neer van smal naar breed. 

Meten met je lichaam: 

Ga met de familie in de rij staan van kort naar lang. 

Stuur je ons een foto/video van de voorwerpen die je op volgorde hebt gelegd?

In dit filmpje leren de kinderen 6 vormen: vierkant, cirkel, rechthoek, driehoek, de kubus en de bol. Kinderen leren het beste door actief aan de slag te gaan met de lesstof. Daarom krijgt uw kind na afloop van het filmpje de opdracht om vormen te zoeken in uw huis. Maakt u er een foto van? En stuurt u die naar ons op?

Deze opdracht is om te oefenen met betalen. De kinderen oefenen met het betalen van euro's t/m 10. Begrippen als duurder en goedkoper kunt je ook met je kind oefenen. De kinderen oefenen hun fijne motoriek met knippen en plakken.

De benodigde materialen voor deze opdrachten zitten in het mapje dat je van school hebt gekregen.

Juf Tonkie legt uit hoe je kunt bouwen met tum tums en cocktailprikkers. Welke vormen zijn het sterkst? Welke vormen gebruik jij? Stuur ons een foto of een video van je werk. 

WEEK 2

De taalopdrachten van week 2 waren:

Lees samen met meester Ruben het boek 'Tim op de tegels'. Samen kijken we eerst naar de voorkant en voorspellen we het verhaal. Daarna moet je goed opletten of Tim goed naar de opdracht van zijn vader luistert: blijf op de tegels Tim anders is het gevaarlijk.

Juf Keelin leert de kinderen een versje. De kinderen leren een rijmwoord aan te vullen (bouwen en sjouwen) en het nazeggen en onthouden van zinnen. Deze activiteit is belangrijk voor het ontwikkelen van fonemisch bewustzijn (leren over klanken). Een sterk fonemisch bewustzijn voorspelt een goede start van het lezen en schrijven in groep 3.

In this video teacher Ruben explains the different activities you can do using the website 'the secret door'. This way you can explore the world together with your child without going outside. Try to encourage your child to speak English. Do this by speaking English together or by repeating the same words many times.

To the website: The secret door

In deze video legt meester Ruben uit welke verschillende activiteiten je op de website 'de geheime deur' kunt doen. Op deze manier kun je de wereld samen met je kind ontdekken zonder naar buiten te gaan. Moedig je kind aan om te benoemen wat hij/zij ziet door vragen te stellen of door zelf nieuwe woorden vaak te herhalen.

Naar de site: The secret door

Juf Keelin klapt klankgroepen. De kinderen kunnen direct meedoen. 

Het klappen van klankgroepen is een activiteit binnen het fonemisch bewustzijn (luisteren naar klanken). Bewustzijn van klanken is een belangrijke voorbereiding voor het leren lezen en schrijven in groep 3.

Het verschil tussen woorden opdelen in letters en in klankgroepen is belangrijk. Op school klappen we klankgroepen en 'hakken' we de letters van een woord.

Dus: 

boor-ma-chi-ne (klankgroepen klappen)

b-oo-r (letters met een hakkende beweging)

Luister naar de 12 woorden die Bob de bouwer in het filmpje opnoemt. 

Weet je nog welk gereedschap er op het kleed lag?

Noem de 12 voorwerpen op. 

Bob de Bouwer stopt zijn gereedschap in zijn gereedschapskist. 

Hij moet gaan klussen, wat is hij vergeten?

Dit kim spelletje doe je met twee mensen of meer. 

Zoek het gereedschap in huis. Leg het onder een kleed. 

n je onthouden wat er onder ligt?

De één haalt wat gereedschap weg, de ander noemt op wat er weg is. 

Dit kun je herhalen tot de kinderen de namen van alle gereedschappen kunnen opnoemen. 

Na het voorlezen kunt u de volgende vragen stellen aan uw kind.

Welke 4 dieren komt kleine muis allemaal tegen?

Wat heeft kleine muis in zijn pootjes vast?

Wat doet kleine muis met de appel?

Past de appel door het gaatje?

Wat is Mol aan het doen?

Kan kleine muis bij Konijn wonen? Waarom niet?

Wat zegt Das tegen kleine muis als kleine muis vraagt of hij naar binnen mag?

Wat gromt Beer tegen kleine muis? Waarom wil kleine muis niet bij Beer wonen?

Waar gaat kleine muis aan het eind van het verhaal wonen?

Is kleine muis blij of verdrietig met zijn eigen holletje?

Hoe komt het dat de appel steeds kleiner wordt?

Juf Keelin vertelt hoe het letterboekje werkt. Knip elke week 1 letter uit en plak hem in je letterboekje. Hoeveel woorden die beginnen met deze letter kun je bedenken? De week erna mag je de volgende letter uitknippen.

De benodigde materialen voor deze opdrachten zitten in het mapje dat je van school hebt gekregen.

In je mapje van school zit een knutselblad waarmee je, je eigen memory kan maken. Knip alle plaatjes uit en plak een blauw blaadje op de achterkant. Als alles af is kun je de woorden oefenen door het spel memory te spelen. Probeer elke keer als je het kaartje omdraait het woord te benoemen.

De benodigde materialen voor deze opdrachten zitten in het mapje dat je van school hebt gekregen.

Practice the words for different types of tools
You will find a worksheet in your folder from school. With this worksheet you can craft your own memory game. First cut out all the pictures and put a piece of blue paper on the back. When you finished the job you can play the game. Try to name the tool every time you turn around a card. This way you practice words for tools a lot. Good luck!

De benodigde materialen voor deze opdrachten zitten in het mapje dat je van school hebt gekregen.

De bewegingsopdrachten van week 2 waren:

Scheuren is een leuke en goede oefening voor de fijne motoriek en oog-/handcoördinatie.  

Kranten scheuren veel gemakkelijker in de lengterichting dan in de breedte. Laat dat de kinderen ontdekken. Pak tussen duim en wijsvinger een stukje papier vast, terwijl je met je andere hand de rest van de krant vasthoudt en scheuren maar. 

Vooral heel veel scheuren. Als het lukt om lange stroken te scheuren, kunnen ze proberen een reeks te maken van dun naar dik, van smal naar breed. Je kunt ook het filmpje hieronder bekijken en na het scheuren allemaal dingen maken van het gescheurde papier.

Nadat je juf Tonkies filmpje over papier scheuren hebt gezien, kun je hier zien wat je met al dat gescheurde papier kunt doen. Huizen bouwen, torens maken of zelfs bruggen maken. Stuur je een foto of filmpje van je creatie naar ons?

Meester Ruben doet een mikspel voor dat je eenvoudig thuis kunt spelen. Je hebt alleen maar 2 paar sokken en een paar pannen nodig. Je kunt dit spel op drie niveaus spelen. Kijk zelf wel niveau het beste bij je kind past.
Niveau 1: gewoon gooien en proberen om zo vaak mogelijk de pan te raken.
Niveau 2: geef elke pan een aantal punten. Welke pan is de meeste punten waard? En welke het minste?
Niveau 3: mik de sokken in de pannen en probeer het totaal uit te rekenen. Doe dit door bijvoorbeeld een aantal streepjes te zetten en op het eind het totaal te tellen. Wie heeft de meeste punten en wie de minste? Of is het misschien wel gelijkspel geworden?

Je kunt thuis je eigen airhockey maken. Maak eerst een afbakening door bijvoorbeeld wc-rollen te gebruiken. Daarna pak je een balletje en twee bekers en dan kun je airhockey spelen. Veel plezier

Mare doet voor hoe je een huis kunt vouwen en wat je er allemaal bij kunt maken. Sturen jullie de foto's van jullie huizen naar ons op?

Kleine motoriek opdracht 2: 

Dit is een filmpje over inkleuren. Juf Tonkie en juf Keelin laten zien hoe het moet. Voor kinderen die nog kleuren door de schouder of elleboog te bewegen kan arceren te frustrerend zijn. Laat die kinderen beginnen met een krijtje en grotere cirkels tegen de klok in. 

Let op: kan je kind nog niet zulke fijne bewegingen maken, begin met dan eerst met grote tekeningen met verf of krijt. Dan komt het arceren later vanzelf! 

Versje potloodgreep:

Potlood is moe 

Hij moet naar bed toe 

Kusje voor mama 

Kusje voor papa